96 | Coquatrix Bruno

Coquatrix Bruno

Coquatrix was voor het eerst bekend als zang- en muziekschrijver. Hij schreef meer dan 300 nummers, waaronder Mon ange (1940); Dans un coin de mon pays (1940) Clopin-clopant (1947); Cheveux dans le vent (1949), evenals enkele operettes. Hij was ook impresario, onder meer als vertegenwoordiger van Jacques Pills en Lucienne Boyer.

Hij leidde het variété Bobino voordat hij in 1954 de Olympia Hall, de grootste muziekzaal van Europa, overnam. In 1956, tijdens een auditie van "de nummer 1 van morgen" in Olympia, ontdekten Coquatrix, Lucien Morrisse en Eddie Barclay de onbekende cabaretzanger Dalida. Vervolgens bracht hij alle beroemdheden uit die tijd op de planken, waaronder Georges Brassens, Jacques Brel, Gilbert Bécaud, Ewa Demarczyk, Johnny Hallyday, Violetta Villas, Édith Piaf, Annie Cordy, Charles Aznavour, Mireille Mathieu en Yves Montand.

Bruno Coquatrix was medeoprichter van een platenmaatschappij, de Disques Versailles.

Bruno Coquatrix was de directeur van het casino van Cabourg (Calvados) in de jaren 1950, en de burgemeester van Cabourg van 1971 tot aan zijn dood in 1979. Zijn mandaat als burgemeester van Cabourg was gericht op de ontwikkeling van toerisme en onroerend goed, en de groei van de zustersteden van Cabourg (+11 tijdens zijn mandaat).