12 | Isouard Nicolas
Listing Details
Beschrijving
Ik herinner me dat Hilke en ik een ongeluk hebben gezocht naar dit graf. Maar zie daar!
Nicolas Isouard (of Nicolò Isouard) (b 16 mei 1773, Porto Salvo, Valletta, Malta -. D 23 maart 1818, Parijs) was een Maltese componist. Isouard studeerde in Rabat of Mdina bij Francesco Azopardi, in Palermo bij Giuseppe Amendola en in Napels bij Nicola Sala en Pietro Alessandro Guglielmi. Vanaf 1795 was hij organist aan de St. John de Gerusalemme in Valletta in de Conventuele Kerk van de Orde van Sint Jan, San Giovanni di Malta. Hij verhuisde naar Parijs, waar hij werkte als vrij componist en bevriend raakte met componist Rodolphe Kreutzer.
Het paar werkte samen aan verschillende opera's, waaronder Le petit page ou La prison d'état (1800) en Flaminius à Corinthe (1801). Isouard nam het pseudoniem Nicolò (of Nicolò de Malte) aan en vond snel succes op het gebied van opéra comique met Michel-Ange (1802) en L'intrigue aux fenêtres (1805). Hij componeerde regelmatig voor het Théâtre de l'Opéra-Comique en schreef een dertigtal werken voor hen. Hij componeerde missen, motetten, cantates, romances en duo's, samen met meer dan 45 opera's. Isouard had twee dochters, Sophie-Nicole (1809-?), Een componist van romances, en Annette-Julie (1814-1876), en pianist en componist. Zijn broer Joseph (1794-1863) had een carrière als zanger en operaregisseur voordat hij werd benoemd tot inspecteur van historische monumenten in Rouen. Nicolas Isouard werd begraven in Notre-Dame-des-Victoires.
Nicolas Isouard (or Nicolò Isouard) (b. 16 May 1773, Porto Salvo, Valletta, Malta – d. March 23, 1818, Paris) was a Maltese composer. Isouard studied in Rabat or Mdina with Francesco Azopardi, in Palermo with Giuseppe Amendola, and in Naples with Nicola Sala and Pietro Alessandro Guglielmi. From 1795 he was organist at St. John de Gerusalemme in Valletta at the Conventual Church of the Order of Saint John, San Giovanni di Malta. He moved to Paris, where he worked as a free composer and befriended composer Rodolphe Kreutzer.
The pair worked together on several operas, including Le petit page ou La prison d'état (1800) and Flaminius à Corinthe (1801). Isouard adopted the pseudonym Nicolò (or Nicolò de Malte) and found rapid success in the field of opéra comique with Michel-Ange (1802) and L'intrigue aux fenêtres (1805). He composed regularly for the Théâtre de l'Opéra-Comique, writing some thirty works for them. He composed masses, motets, cantatas, romances, and duos, along with over 45 operas. Isouard had two daughters, Sophie-Nicole (1809–?), a composer of romances, and Annette-Julie (1814–1876), and pianist and composer. His brother Joseph (1794–1863) had a career as a singer and opera director before being named inspector of historic monuments in Rouen. Nicolas Isouard was buried in Notre-Dame-des-Victoires. A bust of the composer was placed on one of the facades of both the Théâtre de l'Opéra-Comique and the Palais Garnier, and one of the main squares in Paris was given his name.