15 | Renie Henriette
Listing Details
Beschrijving
Renie Henriette (1875-1956)
Henriette Renié werd geboren op 18 september 1875 in Parijs. Ze begon harp te studeren op vijfjarige leeftijd bij Hasselmans en won haar Eerste Conservatoriumprijs voor het instrument in 1887. Daarna studeerde ze bij Charles Lenepveu en Théodore Dubois, behaalde haar Harmonieprijs in 1891 en, in 1896, de prijzen voor contrapunt, fuga en compositie.
In 1901 creëerde ze haar concerto bij de Concerts Lamoureux. Ze weigert een uitnodiging van Toscanini om door de Verenigde Staten te toeren, omdat ze niet kan terugkeren als haar moeder ziek wordt.
Henriette Renié presenteerde zich voor de post van leraar aan het Conservatorium van Parijs. De officiële reden voor de weigering beroept zich op zijn religieuze overtuigingen, onwelkom in de context van de toen zeer recente stemming over de wet op de scheiding van kerk en staat. In werkelijkheid was het het feit dat zo'n belangrijke positie werd toevertrouwd aan een vrouw die op dat moment moeilijk zwanger kon worden.
Ze wijdde zich tot haar dood aan lesgeven en compositie. Henriette Renié creëert een van de meest gebruikte methoden om de harp te leren. Ze heeft met name lesgegeven aan Marcel Grandjany, Mildred Dilling, Susan McDonald, Odette Le Dentu en Lily Laskine.
Het werk van Henriette Renié omvat een dertigtal stukken en transcripties voor harp. Het maakt deel uit van de stroming van de muzikale romantiek. Renié stierf op 1 maart 1956. Ze rust bij haar vader, de schilder Jean Emile Renié (1835-1910), en haar overgrootvader van moederskant, de meubelmaker François Honoré Georges Jacob Desmalter (1770-1841).
Werken:
Concerto in C voor harp, ed. Louis Rouhier, Gay & Tenton, opvolgers (1900);
Contemplatie, red. H. Lemoine (1902);
Legende naar Les elfes door Leconte de Lisle, uitg. Louis Rouhier (1904);
Zes stukken voor harp (1910);
Scherzo-fantaisie voor harp (of piano) en viool (1910);
Danse des Lutins, voor harp, ed. Homo & Tenton (1912);
Fantastische ballad uit “Le cœur revealer” van Edgar Poe, voor solo harp (1913);
2e ballad, uitg. Louis Rouhier (1912);
Symfonisch stuk in drie afleveringen, voor harp, ed. Louis Rouhier (1913);
Trio voor harp, viool en cello;
Zes korte stukken, voor harp, ed. Louis Rouhier (1919);
Twee symfonische stukken, voor harp en orkest (I. Élégie, II. Danse caprice), ed. Louis Rouhier (1920);
Arrangementen:
Debussy, En bateau, uittreksel uit de Petite suite, Durand;
Théodore Dubois, Sorrento, Alphonse Leduc;
Jacques Bosh, Passacaille: serenade voor gitaar, ed. Lemoine & Fils (1885);
Théodore Dubois, Ronde des archers, uitg. Alphonse Leduc (1890);
Chabrier, Habanera, Enoch & Cie. (1895);
Auguste Durand, Eerste wals, op. 83, Durand (1908);
Incipit van de "Danse des Lutins" (1911);
Bach, Tien stukken, ed. Louis Rouhier (1914);
Bach, Tien Preludes: Van het goedgehumeurde klavecimbel, ed. Louis Rouhier (1920).